De lambda-waarde, zo genoemd naar de Griekse letter λ, geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal aan. Ze wordt uitgedrukt in W/mK. Hoe hoger de waarde is, hoe beter de warmte geleid wordt en dus hoe minder goed het materiaal isoleert. Dat betekent niet dat materialen met een lage lambda-waarde altijd beter isoleren dan een materiaal met een iets hogere waarde. De hogere (slechtere) waarde kan gecompenseerd worden door de dikte van het materiaal.
Voor officiële berekeningen dient de gedeclareerde lambda-waarde gebruikt te worden. De gedeclareerde waarde van de warmtegeleidbaarheid λD van materialen voor thermische isolatie wordt bepaald volgens de principes in de norm NBN EN ISO 10456 en voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Ze stemt overeen met de waarde λ van het materiaal geconditioneerd bij een gegeven referentietemperatuur en referentievochtgehalte : referentietemperatuur bepaald bij 10°C en referentievochtgehalte gelijk aan u23,50 (=evenwichtsvochtigheidsgraad bij 23°C en relatieve vochtigheid 50%);
- Ze wordt verkregen, ofwel rechtstreeks via metingen op het materiaal in vochtige staat u23,50, ofwel via metingen op materiaal in droge staat omgezet naar u23,50. De conversie gebeurt met de formules van de norm NBN EN ISO 10456. De conversiecoëfficiënten fu (of fψ) en de vochtigheidsgraden u (of ψ) worden in de norm NBN EN ISO 10456 vermeld, of proefondervindelijk bepaald. De warmtegeleidbaarheid wordt gemeten volgens de normen NBN EN 12667 of NBN EN 12939 voor dikke materialen;
- Ze wordt uitgedrukt door een fractiel met een betrouwbaarheidsgraad vastgesteld op 90/90 (90% waarschijnlijkheid dat 90% van de productie een λ−waarde heeft die kleiner of gelijk is dan de gedeclareerde waarde) ;
- Ze stemt overeen met een redelijke levensduur, in normale omstandigheden.
Het tegenovergestelde van de warmtegeleidbaarheid is de warmteweerstand of R-waarde van een materiaal.