De dakvorm wordt doorgaans ingedeeld in twee hoofdcategorieën: het plat dak en het hellend dak.
Plat dak
De naamgeving spreekt voor zich. Een plat dak is evenwel niet perfect horizontaal want er is altijd een zekere helling nodig om het regenwater af te voeren (tussen 2 en 5 graden). Naargelang de manier waarop het plat dak wordt geïsoleerd, worden vier types plat dak onderscheiden.
- Bij een omgekeerd plat dak ligt de isolatie boven op de waterdichte laag.
- Bij een warm dak ligt de isolatie onder de dakdichting.
- Een koud dak heeft tussen de dakdichting en de isolatie een geventileerde luchtspouw. Dit daktype wordt bij nieuwbouw niet meer toegepast (condensatieprobleem), en bij renovatiewerken wordt het ook best aangepast.
- Het compactdak gelijkt in opbouw enigszins aan het koud dak, maar tussen isolatie en damprem is er geen (geventileerde) luchtspouw meer. Dankzij zijn specifieke voordelen zet dit recente type plat dak een nieuwe trend.
Voor een waterdicht plat dak is een goede dakdichting zeer belangrijk. Mogelijke dakbedekkingen zijn bitumen, EPDM en pvc.
Hellend dak
Binnen de hellende daken komen meerdere vormen voor, die ook samengesteld kunnen zijn. Ook de combinatie hellend dak-plat dak komt trouwens voor. Enkele van de meest courante vormen van hellende daken, zijn (volgorde foto's):
- het lessenaarsdak: een schuin dak, hellend in één vlak
- het zadeldak: een dak met twee dakschilden die aan de bovenzijde bij de nok samenkomen (meest voorkomende daktype)
- het schilddak: een dak met twee driehoekige schilden aan de smalle zijden en twee trapeziumvormige schilden aan de lange zijden (met in het algemeen een korte noklijn)
- het mansardedak: een dak met gebroken, naar buiten geknikte dakvlakken
- het sheddak (zaagtanddak): een dak dat de vorm heeft van zaagtanden, vooral toegepast op fabrieksgebouwen.